Ludgerkerk in Lichtenvoorde revisited

Als ik in de buurt ben van oude projecten van ons dan houd ik mezelf voor de gek met de in ons bureau gevleugelde woorden; "je komt er praktisch langs". En zo ben ik al vaak meer dan een uur, samen heen en terug, kwijtgeraakt. Bij aankomst kijk ik eerst eens voorzichtig om de hoek om mezelf een schrik te besparen.

 

Van de sloop gered

15 jaar geleden hebben we de stoute schoenen aangetrokken en een kerk van de sloop gered. Zonder dat we een eigenaar hadden en eigenlijk ook zonder opdracht. We waren vooral gedreven omdat we het een mooi gebouw vonden. Het dak hadden we van de kerk gehaald en zo is het tot een entreeplein geworden. Slimme zet omdat zo de meest kenmerkende ruimte behouden bleef. De woningen staan er om heen. Welbeschouwd een hof met woningen met meer privacy voor de bewoners dan aan een straat. En dus zonder dat je bij elkaar in de pannen op het fornuis kijkt. En zonder dat de auto's voor je uitzicht geparkeerd staan.

Transformatie

Maar hoe staat die kerk er nu bij? Ik kon mijn ogen eerst niet geloven. Het stucwerk zag er nog als nieuw uit. Om de hoek begreep ik waarom. De schilders waren bezig maar dat is na 15 jaar natuurlijk normaal. Verder heb ik genoten van wat je bij transformaties wel eens gratis krijgt; rijkdom uit het verleden. Als architect moet je die rijkdom vinden en gebruiken en dan kunnen er ineens bijzondere gebouwen ontstaan.

Nog  mooier bij hergebruik

Hier bij de Ludgerhof in Lichtervoorde hebben we een  gevel van 4cm dikke eiken planken. Bij de sloop waren die in het gunstige geval in de kachel geëindigd maar nu vormen ze de enige massief eiken gevel in Nederland die ik ken.

We hadden ooit een leverancier van natuursteen op bezoek die de volgende woorden sprak; je moet het maken zoals het wordt. We dachten wat zegt hij nu? Maar hij had gelijk, als het alleen maar bij de oplevering mooi is dan doe je het niet goed. En wat zien die planken er nog mooi uit, ze zijn eigenlijk alleen maar mooier geworden.


Lees meer over het project Ludgerhof.

Ernstjan Cornelis