Couperusduin, Den Haag

Plaatsgebonden


stedelijk en divers

Couperusduin, Den Haag

Met Couperusduin (1974) wilde architect Sjoerd Schamhart laten zien wat woningbouw zou moeten zijn: stedelijk, divers en plaatsgebonden. Een stad in het klein, ingebed in de bestaande stad. Hans van Beek werkte als jonge architect mee aan dit project bij het bureau van Sjoerd Schamhart


Omgeving
Aan de Burgemeester Patijnlaan in de Haagse Archipelbuurt moest een gebouw komen dat het tegenovergestelde was van Lindoduin, een jaren zestig flat in Den Haag. Voor Van Beek en Schamhart is Lindoduin namelijk het schoolvoorbeeld van hoe het niet moet: een herhaling van steeds dezelfde ‘ideale’ woning in één complex, alsof ieder mens hetzelfde is. Een eentonig gebouw dat qua schaal en architectuur niets te maken heeft met de plek.

Couperusduin is daarentegen een woongebouw dat geworteld is in zijn omgeving, met een stedelijke dichtheid en veel diversiteit. Het S-vormige complex ligt iets verhoogd en brengt het duinlandschap weer terug. De ruime binnentuinen zijn vormgegeven als glooiende duinen en ook rondom het gebouw is een rand van lage duinpartijen aangebracht. Niet alleen de landschappelijke kwaliteiten komen voort uit de locatie zelf, ook een deel van het materiaal komt er vandaan. Voor de duinen is namelijk afgegraven zand hergebruikt en de lage muurtjes langs de voetpaden bestaan uit klinkers van de gesloopte kazerne die hier eerder stond.

In plaats van een eindeloze repetitie streefden Schamhart en Van Beek naar woningdiversiteit. In het complex zijn zes woningtypen opgenomen, overwegend variaties op een driekamerwoning. Alle woningen zijn ontworpen binnen een beuk van 5,40 meter.

  • Peter de Ruig
    Exterieur
  • Peter de Ruig
    Exterieur
  • Kees Stuip
    Exterieur
  • Doosnede
  • Situatie