Architectuur in transitie

Opiniestuk, geplaatst in De Architect, september 2013

Volgens de hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans bevindt onze samenleving zich op een kantelpunt richting een nieuw maatschappelijk systeem1. Wij kantelen richting een duurzamere samenleving omdat oude gewoontes als korte-termijn-rendement, efficiency en groei waarop de hedendaagse samenleving drijft niet meer werken. Dat het systeem gaat kantelen bewijst de stapeling van crises die wij op tal van vlakken doormaken. Tijdens die transitie zijn we kwetsbaar: niet iedereen kan meekomen, waardoor onbegrip en onbehagen in de samenleving kunnen groeien. Fixatie op korte termijn of ontkenning van de problematiek is voor velen een uitvlucht.

De bouwsector is prominent onderdeel van dit complexe en veelomvattende transitieproces. Dat heeft te maken met een cultuuromslag die nodig is om het vertrouwen in de samenleving weer terug te vinden. Wat innovatie betreft blijft de bouw achter op andere sectoren. Zoals een topbestuurder uit de bouw door Rotmans wordt geciteerd: ‘we bouwen wel goed maar we bouwen niet de goede dingen’. Deze roep om duurzaam bouwen is niet onbeantwoord gebleven. Om in termen van Rotmans te spreken: architecten en bouwers die aan duurzaamheid doen zijn niet enkel nog nichespelers. Wij verdringen ons in een wedloop om met duurzaamheid te scoren bij het verwerven van opdrachten en bij het realiseren van projecten.

Duurzaam is een kwalificatie waar velen aan willen voldoen. Er is dan ook spraakverwarring ontstaan over wat met die duurzaamheid bedoeld wordt, wordt duurzaamheid niet wat gratuit in de mond genomen? De constatering dat duurzaamheid een containerbegrip is, is inmiddels zelf al een clichéuitspraak geworden. Wanneer beleidsmakers, tenderbureaus, architecten en andere professionals de term duurzaamheid gebruiken bedoelen zij meestal energie-efficiëntie of lage onderhoudskosten. Met een dergelijk beperkte focus gaat duurzaamheid dan vooral over kosten en terugverdientijden en veel minder over onderwerpen als voedsel, klimaatverandering, zorg of krimp.

We leven kortom in spannende tijden en voor veel architectenbureaus is het balanceren op de rand van de afgrond. Om de boel uit het slop te trekken is het volgens vastgoedvisionair Rudi Stroink nodig om een nieuwe architectonische revolutie te ontketenen, vergelijkbaar met het pionierswerk dat door de modernisten in de jaren twintig en dertig werd gedaan. Het voorwerk van die generatie illustere architecten als Stam, Mies en le Corbusier, heeft in de jaren vijftig en zestig een enorme productie op gang geholpen. Stroink riep daarom afgelopen lente studenten aan de TU Delft op een nieuwe visie te ontwikkelen. Alleen focussen op zogenaamde ‘groene architectuur’ was in ieder geval niet het antwoord vond hij.

Hoewel het motief om zo’n revolutionaire architectuur als economische aanjager te gebruiken vooral blijk geeft van het ‘oude denken’, dat volgens Rotmans de oorzaak is van de stagnatie in de bouw, heb ik wel sympathie voor de oproep van Stroink. Ook bij hem is de roep om transitie urgent. Wat zou onze bijdrage als architecten, naast goed en duurzaam ontwerpen kunnen zijn? Allereerst denk ik dat architectuur veel meer contextgericht mag zijn. Vanuit de menselijke maat, vanuit de belevingswereld van mensen kunnen we een duurzame en levensvatbare stedelijkheid vormgeven. Die stedelijkheid begrijpen als proces en als generator van een nieuwe economie vormt een inspiratiebron voor architecten. Er zijn al vele jonge bureaus die hun vakuitoefening zien als onderdeel van een groter, complexer systeem. Architectuur is dan de (soms tijdelijke) fysieke neerslag van initiatieven die mensen nemen om hun leven zelf vorm te geven. Wij kunnen de kringlopen in onze omgeving opzoeken en binnen die processen meerwaarde creëren. Welk rondje loopt een euro door de wijk? Wie zijn daarbij betrokken? Zoek die mensen op en ga met ze in gesprek! Hun plaatselijke problemen vormen de aanleiding voor innovaties die wij samen met producenten, wetenschappers, overheden en dienstverleners kunnen ontwikkelen. Zoek buiten de gebaande paden allianties en onderwerpen waar de gebouwde omgeving een rol in kan spelen: wat kunnen gebouwen doen tegen luchtvervuiling en fijnstof? Kunnen we composteerbare gebouwen maken? Kunnen we een brug maken van plastic afval? Dit zijn slechts de cases waar wij binnen ons bureau aan hebben gewerkt. Nieuwe ideeën zijn welkom. Elke uitgewerkte case is een stap naar genoeg kritische massa en kennis voor het kantelmoment.

1
Rotmans, J., (2012) In het oog van de orkaan, Nederland in Transitie, Rotterdam: Aeneas