Dopamine en innovatief aanbesteden; NOT 2013

Vandaag zat ik in het expertpanel innovatief aanbesteden in de jaarbeurs in Utrecht ter gelegenheid van NOT 2013. Kennelijk is NOT zo'n ingeburgerd begrip dat nergens te vinden is waar NOT voor staat. De Nationale Onderwijs Tentoonstelling. Ik hou het op NOV Nationale Onderwijs Vakbeurs. Tentoonstelling, daar stel ik me toch iets meer bij voor dan een verzameling bedrijven met als visie, in de woorden van Jos Burgers te spreken; ik heb spullen en hoe kom ik er van af.

De discussie over innovatief aanbesteden was inhoudelijk best sterk maar had ook wel iets van droogzwemmen. In theorie is er veel animo voor innovatief aanbesteden. In de praktijk ook, maar dan met de toevoeging; als het maar de laagste prijs oplevert. Alle mooie woorden ten spijt is dat toch de uitkomst in, ik schat, 95% van de gevallen. Ik moet dan altijd denken aan het verhaal over John Glenn. De nogal uit de kluiten gewassen astronaut. Hij vloog als derde Amerikaan in de ruimte en als eerste Amerikaan in een baan om de aarde. Ondanks zijn stoere voorkomen meldde hij toch nogal wat bezorgd wat hem onzeker maakte; mijn hele raket is in elkaar gezet door de aanbieder van de laagste prijs.

Het traditioneel aanbesteden heeft ook iets met angst te maken. Bij traditioneel aanbesteden weet je wat je te wachten staat en daar houden mensen van. Daarom eten veel mensen ook graag bij Van der Valk. Het is gegarandeerd teleurstellend maar je weet tenminste wat je krijgt.

Een andere factor die in de weg zit is dopamine. Het stofje dat in ons lichaam wordt aangemaakt als wij iets prettig ervaren. Wij zijn verslaafd aan dat stofje en gaan daarom al gauw voor de korte termijn beloning in de huidige markt. Aanbesteden op de laagste prijs en daarna zien wij wel wat de exploitatiefase ons brengt. Maar wij hebben nu even het succes van de laagste prijs.

Hoe zou het dan anders kunnen. Het verrassende van het panel van adviseurs, bouwers en leveranciers was de diepe wens om het anders te mogen doen en daar kwam een behoorlijk staaltje bevlogenheid boven drijven. De essentie die ik eruit gehaald heb, en daardoor kwam ik rijker terug dan ik er heen ging was volgens mij deze.

Wees duidelijk wat je drijft;
Wil je korte termijn succes, doe dat dan ook gewoon maar hou het eenvoudig en wees duidelijk over je motieven en mix het niet met symbolische elementen van kwaliteit. God zegene de greep, wij beschrijven zo goed mogelijk wat wij nu willen en kiezen de goedkoopste en wij zien verder wel.

Wil je dan kwaliteit, kies daar dan ook echt voor waarbij ik de volgende aanbevelingen heb.

Zonder een verantwoordelijkheid voor de aanbieder in de exploitatiefase wordt het niets, het blijft hit and run.  Als je de belangen gelijk wil richten denk dan na over gedeeld eigenaarschap. Als je samen eigenaar bent ga je heel anders met elkaar om. Wil je samen shit dan krijg je het. Maar dat zou erg tegen je eigen belang zijn. De kans is dus veel groter dat je de problemen wilt voorkomen want alles wat er uit het proces komt ga je samen delen.

Daarnaast haal ik graag mijn stokpaardje nog eens van stal; bepaal wat het je waard is en benader dat realistisch, fixeer vervolgens de prijs bij een abstract beschreven kwaliteit en kies daarna de partij die daar de beste kwaliteit voor kan leveren. Die ook het beste kan achterhalen wat jij als opdrachtgever met kwaliteit bedoelt. Dit is meteen slecht nieuws voor juristen en daar word ik altijd bijzonder vrolijk van. De praktijk leert dat het bij juridisch gedoe bijna altijd om dingen gaat die je kunt tellen. Laat die kwaliteit nu juist slecht te tellen zijn.

Het mooie van deze methode is dat de innovatiekracht van de aanbieders echt geprikkeld wordt, dwars door alle disciplines heen. Je kunt alleen met het best samenwerkende slimste team winnen. Wie zou er niet zo geselecteerd willen worden! Ik teken er voor.